Skip to main content

Een fascinerend inzicht in het leven van een Twentse dienstplichtig marinier op Curaçao N.A. in de late jaren ’60

Uniek & Authentiek

 29,95Toevoegen aan winkelwagen

Herman Bertelaar

Over Herman

Geboren op 12 maart 1947 te Enschede is hij opgegroeid in Hengelo(O) waarvan de meeste tijd buiten de bebouwde kom op het platteland. Heeft na het VGLO groenopleidingen gevolgd in Enschede en Frederiksoord (G.A. van Swieten Tuinbouwschool), en na zijn militaire dienst nog  ‘Groenvoorziening, Landschapsverzorging en Recreatie’ gestudeerd in Frederiksoord. Daarnaast de opleiding Middelbaar Unie-diploma Cultuurtechniek van de Unie van Waterschappen en in 1980 de onderwijsakte L5.

Zijn werkzame leven is gestart als Technisch ambtenaar Groenvoorziening bij de gemeente Hoogezand-Sappemeer (1970-1974), waar hij is getrouwd en waarna hij en z’n vrouw in 1974 zijn verhuisd naar Portugal.
Via Vaesrade, gemeente Nuth, van 1978 – 1992 werkzaam geweest als hoofdopleidingsfunctionaris tuinbouw, ‘Beroepsopleiding tuinbouw voor lichamelijk gehandicapten’, op Werkenrode te Groesbeek.
Gedurende 1989 – 2020  was Herman eigenaar/directeur van ontwerp-, advies- en onderzoeksbureau, BUREAU AANGEPAST GROEN vof (BAG). In deeltijd tot 2012 als Opleidingscoördinator Groen en Zorgcoördinator bij AOC OOST, locaties Enschede en Doetinchem gewerkt.

In 1989 onderscheiden met de eerste Gouden Klaverspeld van de Vereniging Belangenbehartiging Tuinbranche (VBTB). Naast het ontwerpen van veel aangepaste tuinen in Nederland, heeft hij ook veel buitenlandse tuinprojecten voor gehandicapten begeleid, o.a. in Colombia, Thailand, Portugal, België, Hongarije, Duitsland (‘Garten fur Alle’ op de Mainau) en op Sicilië. Door de Europese Commissie genomineerd voor de, ‘Access to green spaces for the 2001 Breaking Barriers Award on Design for All’, georganiseerd voor de ‘European Day of Disabled People’.

Schrijfervaring als co-auteur van ‘Arbeidsactiviteiten, een middel tot hulpverlening’, (Uitg. Nelissen) van Cor Laming en in 1988 als auteur van ‘Gehandicapten en bejaarden in tuin en tuinbouw: aangepast tuinieren’ (Uitg. Nelissen). In 2015 van zijn hand verschenen het boek “Rijk aan Vogels”, Vogels op golfbaan Het Rijk van Nijmegen (Uitg. ANODA) en in 2016 “Insecten Rijk”, Rijk aan vlinders, vliegen, kevers, spinnen, libellen…(Uitg. ANODA).

Herman is getrouwd, heeft 2 zoons en 1 dochter en 9 kleinkinderen. Hij is na zijn diensttijd op latere leeftijd lid geworden van het COM – Contact Oud Mariniers. Als sport en hobby’s, fervend golfer en natuurfotograaf.

Dit boek biedt een uniek en fascinerend inzicht in het leven van een Twentse dienstplichtig marinier op Curaçao N.A. in de late jaren ’60.  Het beschrijft de strenge training tijdens de eerste militaire vorming in Doorn (EMV), de uitdagende QPO oefeningen in De West, de sociale dynamiek en de momenten van ontspanning die Herman tijdens zijn diensttijd heeft meegemaakt.

Meer dan 400 pagina’s geïllustreerd met honderdvijftig foto’s vanuit dagboeken, brieven en fotoalbums van zijn dienstplichttijd bij het Korps Mariniers, maakt het geheel uniek en historisch. Een gedetailleerde weergave van de tijdsperiode 1967 – 1969, met aandacht voor maatschappij, cultuur en sport in Nederland en de Nederlandse Antillen.

Chronologisch in dagboekvorm wordt zijn oproep voor de militaire dienst, de keuring in Hollandsche Rading, de Eerste Militaire Vorming in Doorn, uitzending naar De West, Groot Verlof en op Herhaling beschreven. Een gedetailleerde weergave van zijn 17 maanden dienen op Curaçao met oefeningen op Aruba, Bonaire en St. Eustatius, 6 zware QPO oefeningen, diverse veld- en schietoefeningen.

Maar ook de kazernecultuur, conflicten met de ANTMILL en het kader, spanningen tussen dienstplichtigen en beroeps, straffen, rellen en inspecties worden beschreven, alsook zijn 32 uur afwezigheid en daaruit voortvloeiende straf.
Niet te vergeten Willemstad, de Knoek, diverse Landhuizen, plantages en vele baaien, naast de avonturen met vrouwelijk schoon in Campo Alegre, Punda en Otrabanda of op intieme strandplekjes.
Vergeten wordt ook niet de aandacht voor het varen op diverse jagers (Overijssel, Friesland, Rotterdam), de Poolster, de Wamandai, de U.S. Guadalcanal en de U.S. Raleigh en landingen met de Klep en M-Tracks.

De tekst is doorspekt met details over het dagelijkse leven in de kazerne, de cultuur op Curaçao en de persoonlijke reflecties van Herman. Het biedt een waardevolle bijdrage aan het begrip van de Nederlandse militaire geschiedenis in de naoorlogse periode.

Na bijna 18 maanden dienst op de Nederlandse Antillen bereidt Herman zich voor op zijn repatriëring. Hij blikt terug op zijn ervaringen en kijkt uit naar zijn terugkeer naar Nederland. Hij beschrijft de emoties van het afscheid nemen van Curaçao en het vooruitzicht om zijn familie en vrienden weer te zien.

Samenvatting

Dit boek biedt een uniek en fascinerend inzicht in het leven van een Twentse dienstplichtig marinier (milicien) op Curaçao in de late jaren ’60 (1967-1969). Het beschrijft de strenge training tijdens de eerste militaire vorming in Doorn (EMV), de uitdagende QPO oefeningen, de sociale dynamiek en de momenten van ontspanning die Herman tijdens zijn diensttijd heeft meegemaakt.

De tekst is doorspekt met details over het dagelijkse leven in de kazerne, de cultuur op Curaçao en de persoonlijke reflecties van Herman. Het biedt een waardevolle bijdrage aan het begrip van de Nederlandse militaire geschiedenis in de naoorlogse periode.

Dit bijzondere boek beschrijft de ervaringen van Herman, tijdens de keuring (Hollandsche Rading), de EMV en zijn 17 maanden stationering op Curaçao bij het Mitrailleurpeloton binnen de Marinierskazerne Suffisant (MSKS) van 1967 – 1969. Het boek geeft inzicht in en een  gedetailleerd verslag van zijn leven als milicien marinier en van de strenge training en uitdagende oefeningen tot de sociale dynamiek en momenten van ontspanning.

Herman arriveert in Doorn en wordt direct ondergedompeld in de militaire routine. Hij beschrijft de eerste lessen, het inpakken van de ‘plunjekast’ en het aantrekken van het nieuwe ‘dungaree’. De eerste militaire vorming (EMV) is streng, met nadruk op discipline en fysieke training. Herman, die zichzelf beschrijft als een ‘gewone Tukker’, ervaart een gevoel van ‘vreemde spanning’ en ‘kracht en macht’ bij het hanteren van zijn 7,62 mm geweer, de FAL. De disciplinaire straffen, zoals rondjes rennen op het exercitieterrein en extra oefeningen bij duisternis, zijn een ‘geregeld onderdeel’ van de EMV.

De mariniers nemen deel aan verschillende oefeningen, die hen confronteren met de hitte, het ruige terrein en uitputting. Een zware driedaagse mars in de ‘knoek’ (het binnenland van Curaçao) is een hoogtepunt in de tekst. Herman beschrijft de intense hitte, het zweet dat ‘over de ruggen gutst’, de blaren op zijn voeten en de mentale en fysieke uitdaging om door te gaan. Tijdens een nachtelijke oefening ervaart hij een mix van spanning, angst en sensatie wanneer de oefening misloopt en er ‘grote onenigheid’ ontstaat tussen het kader en de manschappen.

Het boek belicht tevens de complexe sociale dynamiek in de kazerne. Er zijn spanningen tussen het kader en de manschappen, met de ‘ouwe jongens’ die zich verzetten tegen de autoriteit. Herman ervaart frustratie met de arrogantie van sommige officieren en de strenge discipline. Hij beschrijft ook de raciale spanningen tussen de Antilliaanse Militie en de Nederlandse mariniers ‘macamba’s’, waarbij vooroordelen en onderwaardering aan beide kanten aanwezig zijn. De tekst beschrijft incidenten en escalerende spanningen.

Herman beschrijft  daarnaast ook de verschillende soorten wachtdiensten die hij moet draaien, zoals ‘hondenwacht’, ‘dagwacht’ en ‘platvoet wacht’. Tijdens de wacht is hij vrijgesteld van ‘baksgewijs’ en doet hij aan ‘voorschaften’. Hij beschrijft ook de dagelijkse routines in de kazerne, zoals het schoonmaken van de barak, het onderhoud van wapens en de theorielessen. Maar ook de straffen die worden geïncasseerd met als diepte punt 10 dagen verzwaard na een afwezigheid van meer dan 30 uur.

Buiten de diensttijd zoeken de mariniers ontspanning in zwemmen, zeilen, feesten en bezoeken aan Willemstad. Herman beschrijft de levendige natuur op Curaçao, met zijn baaien, stranden en de ‘knoek’. Hij geniet van duiken en snorkelen in het heldere water, waarbij hij kleurrijke vissen en koralen bewondert. Hij bezoekt ook lokale cafés en bars, zoals ‘Tante Els – Muziekzolder’, en maakt kennis met de Antilliaanse cultuur. Hierbinnen ook Campo Alegre.

 

Na bijna 18 maanden dienst op de Nederlandse Antillen bereidt Herman zich voor op zijn repatriëring. Hij blikt terug op zijn ervaringen en kijkt uit naar zijn terugkeer naar Nederland. Hij beschrijft de emoties van het afscheid nemen van Curaçao en het vooruitzicht om zijn familie en vrienden weer te zien. De tekst eindigt met een brief van een voormalige marinier die zijn ervaringen na de diensttijd deelt.