Waterrimpels door Jaap Thijs

 19,00

Jaap (J.G.A.) Thijs werd in Zevenbergen geboren op 12 september 1924 uit Gijsbertha Thijs-Verkerke en Lambertus Thijs. Hij was het tiende kind in wat een rij van twaalf zou worden. Hij groeide op in Zevenbergen en bezocht het Christelijk Lyceum in Dordrecht. Daarna ging hij in militaire dienst in Engeland. Op Bevrijdingsdag, 5 mei 1945 werd zijn broer Wim getroffen door Duitsers en/of NSB’ers; het bericht bereikte Jaap, die toen in Engeland zat, pas weken later. Het verlies raakte Jaap pijnlijk en diep. In 1947 ging hij politicologie studeren aan wat indertijd heette de ‘zevende faculteit’ van de toenmalige Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam. Eén van zijn leermeesters daar, over wie hij altijd met veel waardering sprak, was prof. J. Presser. In 1950 trad hij als verslaggever in dienst van dagblad Trouw, waar hij na enige tijd de functie kreeg van redacteur binnenland. Hij maakte bijdragen van anderen persklaar, werd later chef-binnenland en deed dat werk tot zijn min of meer gedwongen VUT in 1984.Van 1984 tot 1989 schreef hij in elke zaterdagaflevering zijn taalrubriek, in een hoekje-zonder-naam, slechts gemarkeerd door de ganzenveer.

Hij woonde vanaf zijn studententijd in Heemstede. In deze omgeving van bos en duin maakte hij graag en veel lange wandelingen. Hij was getrouwd met Baukje Heins. Het echtpaar kreeg drie dochters.
Hij was een taalliefhebber: op bruiloften en partijen stond hij steevast op om de feestvarkens met een lang gedicht van zijn hand te feliciteren.

Van zijn hand verschenen de volgende publicaties:

Artikelen in Trouw, vanaf 1977 tot 1989 minstens wekelijks een artikel van zijn hand

Verzet verjaart niet: Momenten uit de veertigjarige geschiedenis van het dagblad Trouw; 1983, Trouw/Kwartet, Amsterdam

Taal ter sprake; een selectie van artikelen die tussen 1980 en 1983 in het dagblad Trouw verschenen, uitgebreid met twee nieuwe stukken ; 1984, Nijgh & Van Ditmar, Den Haag

Ontdek je woorden; Taaltoerisme ; keuze uit stukjes – waarvan sommige ingrijpend herzien werden – die de auteur oorspronkelijk voor de zaterdagse taalrubriek van Trouw schreef ; 1989, De Prom, Baarn

Een bijzondere vrouw; brief van Jaap Thijs, opgenomen in het artikel G. Thijs-Verkerke; Een verhaal over een vrouw; in: Zevenbergen 50 jaar bevrijd, Extra uitgave van de Oudheidkundige kring Zevenbergen, 1994, Zevenbergen (blz. 82-87)

Artikelnummer: 9789051797138 Categorieën: ,

Beschrijving

Op 11 mei 2010 werd de gedichtenbundel Waterrimpels in Amsterdam onder muzikale begeleiding gepresenteerd. De bundel van voormalig Trouw-redacteur Jaap Thijs verschijnt postuum.

Over de bundel: Jaap Thijs was taalliefhebber in alle opzichten: ‘gek van taal’ (*). Hij was tientallen jaren lang redacteur van ochtendblad Trouw, las veel en schreef vanaf 1977, en na zijn vervroegde pensionering in 1984 uitsluitend, eigen stukjes in de zaterdagkrant, eerst over historische figuren, later over taal en taalgebruik. Zijn artikelen werden gebundeld in de boekjes Taal ter sprake enOntdek je woorden.

Door de uitgave van Waterrimpels is Thijs’ poëzie nu toegankelijk gemaakt. Ze voeren de lezer binnen in een hecht, intiem universum van beelden, klank en ritme.

Een zachte stroming, net nog bovengronds / geeft aan de melodie iets afgeronds/(…)

(…)/ Ik durfde niet te springen,/ want wie zou als ik zonk/Het lied ten einde zingen
/ Dat in mijn hoofd al klonk?/(…)

(…)/Tijd hangt als een / verraderlijk waas/ om mensen en dingen heen.

lieve vogel van de zomer/met je zachte zonneogen/ waarom ben je heengevlogen/ o ik mis je stille dromer/ (…)

Gevangen genomen door een verhaal / Dwaal ik nieuwsgierig door een paleis./ Ik zie er de koning. Met eerbewijs/ Onvangt hij mij in zijn opperzaal./(…)

Wandelend op het water/van herinnering en droom,/van verbeelding, schroom,/en angst om nu en later,/(…)

Dit zijn enkele regels uit de nagelaten gedichten van Jaap (J.G.A.) Thijs (1924-2005), uitgegeven in de bundel Waterrimpels.

De gedichten gaan over liefde, de gestorvene, de vader, de moeder, de zon, de wolken, de kerk, alles wat groeit en bloeit, weerspiegelend water, reizen met de trein, denken en twijfelen aan God, dwalen, dromen, bij de kapper zitten, gedachten die hun vlucht hebben, maar ook zelfrelativering en ‘gekkigheid’, om de auteur zelf te citeren. Minstens zo boeiend als de onderwerpkeuze van de poëzie is de taal ervan. Thijs stelde aan zijn poëzie dezelfde eis als aan alle geschreven taal : wees ‘origineel, aardig en welluidend’ (*), maar hij speelt ook met taal en in het bijzonder met citaten en vormen van door hem bewonderde dichters.

(*) Bron: afscheidsinterview met Jaap Thijs, ‘Soms lig ik aan de voeten van een woord’ door Haro Hielkema in dagblad Trouw van 30 september 1989

Auteur

Er zijn nog geen beoordelingen.

Wees de eerste om “Waterrimpels door Jaap Thijs” te beoordelen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *